Omgeving
Het geheim van de Gaume…
Op amper twee uur rijden van Brussel beland je in een stukje België, waar de zon net ietsje meer schijnt, het landschap zachtglooiend is en de huisjes baden in de kleur van honing. De Gaume is het best bewaarde geheim van België.
Dit bijzondere deel van de Ardennen staat bekend om zijn microklimaat. Dit komt omdat de streek wat verscholen ligt achter een heuvelrug. Het waren de Romeinen die zich voor het eerst in dit deel van de Ardennen vestigden. Deze vestigden zich in dit gebied vanwege het gunstige klimaat. Het klimaat is hier zelfs geschikt voor het maken van wijn. Het waren de Romeinen die hier voor het eerst wijn gingen maken maar nog steeds worden hier verschillende wijnen geproduceerd. Er komen door het microklimaat hier verschillende insectensoorten en planten voor die nergens anders in België voorkomen. Denk hierbij aan bidsprinkhanen, bijzondere cicaden en diverse vlindersoorten.
Zowat niemand had ooit van de Gaume gehoord tot in 1999 de volledige zonsverduistering het best te zien bleek in de buurt van Torgny, in het zuidelijkste puntje van Wallonië. Duizenden aanbidders van de eclips zakten voor het eerst af naar het dorp en zijn omgeving en ontdekten er tot hun grote verbazing een streek die nauwelijks wat te maken heeft met de hogergelegen Ardennen en er een beetje uitzag als een Belgische variant van de Provence. Dat er ook wijngaarden bloeiden, was al helemaal een verrassing.
In de Gaume, zo’n 750 vierkante km groot, is inderdaad alles anders dan in de rest van de Ardennen. De natuur en het klimaat in de eerste plaats. Het Ardens massief gaat er over in een zacht glooiend landschap van bos en groen golvend platteland. Door de cuesta’s, de heuvelkammen bebost met loofbomen, hebben de koele winden uit het noorden en het oosten geen vat op deze streek en heerst er een microklimaat. De mergelsteen in de ondergrond van de heuvel neemt de warmte makkelijk op en houdt ze ook langer vast. Hierdoor is het er gemiddeld twee tot drie graden warmer dan enkele tientallen kilometer verderop. De zomer duurt er langer en de winter is er een stuk korter.
Enkele graden warmer is voldoende om de hele streek net dat tintje meer zuiders karakter te bezorgen. Want la Douce France is niet veraf. Het is geen toeval dat deze streek dan ook vaak, met enige overdrijving, de Belgische Provence wordt genoemd.
Chiny is op het eerste zicht een dorp als een ander. Het dorp, dat slechts een kleine 1000 inwoners telt, heeft echter de status van ‘stad’ en boogt op een rijke geschiedenis. Het graafschap Chiny wordt gevormd tijdens de 2de helft van de 10de eeuw. Op het hoogtepunt van hun macht beheerden de graven van Chiny honderden dorpen. Zelfs Neufchâteau, Florenville, Virton en de Franse steden Carignan en Montmédy behoorden tot Chiny. De successie van graven kan in 2 dynastieën worden opgedeeld, waarbij de eerste machthebbers hun hoofdzetel hadden in Chiny, terwijl de latere graven Montmédy kozen. Tussen 980 en 1364 was het Chiny hét machtscentrum van het gebied dat nu de Gaume heet. Na 1364 werd het graafschap Chiny bij het hertogdom Luxemburg gevoegd. Vreemd dat het dorp nooit is uitgegroeid tot een echte stad zoals Montmédy of Bouillon, nee Chiny straalt enkel de rust van eender welk ander Gaums dorp. Enkel in de zomer kan het hier druk zijn, waarbij alle activiteit zicht concentreert rond de Semois.
In de Gaume zijn kronkelwegen eerder regel dan uitzondering. Er heerst een microklimaat, waardoor het er gemiddeld 1,3 ° C warmer is dan in de rest van het land. De streek is bezaaid met lichtjes hellende heuvels, die als strijdperk dienden wanneer Pruisen, later Duitsers en Fransen het alweer niet met elkaar konden vinden.